dinsdag 27 januari 2009

Zwart-wit


In de etalage van een antiquariaat is op een verhoging een antiek schaakbord tentoongesteld, compleet met fraai vormgegeven stukken. De enthousiaste amateurschaker en schaaksetverzamelaar in mij kan het niet nalaten de linkerbenedenhoek van het bord te inspecteren. En ja hoor: veld A1 is wit... Het is de zóveelste keer dat ik een schaakbord een kwartslag gedraaid aantref. In vitrines, in reclames, in films. Knoop deze regels voor eens en altijd in je oren: A1 is zwart (net als de snelweg) en de Dame staat op haar eigen kleur (D1 en D8, met de D van Dame)!


De regels van het schaakspel zijn volgens de FIDE niet zomaar regels, maar 'The Laws of Chess'. Ach, als het beestje maar een naam heeft. Veel mensen vragen zich ook af: is schaken nou een sport of een spel? Dit lijkt een grijs gebied waar het lastig is een criterium aan te leggen. Wat zijn de kenmerken van sport? Het verrichten van een zware, lichamelijke inspanning? Het feit dat je er veel voor moet laten om er heel goed in te worden? Laten we het erop houden dat je er niet academisch over moet willen doen. Vervang het woordje 'OF' door 'EN' en noem het een aangename tijdsbesteding.

Schaaklegende Bobby Fischer trok het in het extreme en onder zijn motto 'Chess is life' besteedde hij zijn hele leven aan schaken, tot hij in 1972 in Reykjavík wereldkampioen werd tegen Boris Spasski. Middenin de Koude Oorlog versloeg de Amerikaan in zijn ééntje het Sovjetblok in wat bekend staat als de 'Match of the Century'. Met het behalen van de titel vond Fischer dat hij niets meer te winnen had en wat hem betrof was zijn schaakleven daarmee voorbij. Hij verdween van het wereldtoneel, veranderde in een paranoïde kluizenaar en kwam nog een paar keer negatief in het nieuws. Aan zijn echte leven kwam in januari 2008 een eind, door nierfalen. Is het toeval dat hij 64 jaar oud werd (het aantal velden op een schaakbord), in ballingschap stierf in Reykjavík (dezelfde stad waar hij zijn schaakleven beëindigde) en dat zijn moeder Regina (Latijn voor koningin) heette? Of is er een dieper verband met die lijfspreuk...?

De enige parallel die ík wil trekken tussen schaken en het leven: als de partij is afgelopen, gaan de pion en de koning beiden terug in dezelfde doos.

Geen opmerkingen: