dinsdag 14 juli 2009

Druktemakers

Doen is besmettelijk. Hoe meer mensen je bij elkaar zet, des te harder gaan ze dingen doen. In wereldsteden lopen en rennen en rijden ze langs, over en door elkaar heen als de spreekwoordelijke mieren in hun hoop.

Het ontzag voor doen is ons met de paplepel ingegeven. Zeker in een christelijk land als het onze. "Ga tot de mier, gij luiaard! Zie hare wegen en word wijs," predikt Spreuken 6: 6. Dankzij Animal Planet, National Geographic en Discovery Channel wordt dit advies beter opgevolgd dan ooit. Het is fascinerend om te zien hoe mieren altijd in de weer zijn. Ze sjorren en ze slepen, ze zwoegen en ze ploeteren, ze zijn altijd ergens naar op weg.

Of neem bijen, ook van die uitslovers. Nog even wat nectar hier, daar ook nog maar een drupje, en passant nog even een veldje koolzaad bestuiven en dan weer snel de korf in om voor het heil van de staat te zorgen.

Van die documentaires gaan mensen ook steeds drukker doen. Dat zal immers wel de natuur zijn. Wekkers rinkelen voor dag en dauw, werk wordt verzet en na gedane arbeid wordt de vrije tijd grondig besteed. Maar dieren maken zich helemaal niet zo druk als wij. Zij weten niet dat het leven kort is. Vogels sloven zich wel uit om hun jongen groot te brengen, maar niet in augustus, september, oktober, november, december, januari, februari, maart en april. Dan nemen ze het ervan. Films over bevers doen denken aan reportages over de Japanse auto-industrie. Druk, druk, druk. Maar waarom bouwen bevers zo ijverig aan hun dam? Om er, moe van het bouwen, lang en lui in te kunnen uitrusten. Maar dat zie je nooit op de film, want niks doen beweegt niet, en wat niet beweegt komt niet op tv.

Een mens leeft te snel. Je zou traag moeten leven, traag als stroop in de winter. Hier klinkt de echo uit oudtestamentische tijden, waarin de oproep om 'tot de mieren te gaan' overstemd wordt door de woorden van Jesaja 28: 16: "wie gelooft, die zal niet haasten."

Geen opmerkingen: